Aftrekbaarheid van bedrijfswagens anno 2025 met nieuwe regering
Welke motorisaties blijven voordelig tijdens en na 2025?
PHEV’s zonder Euro 6e-bis-homologatie
1. U bestelde een “echte” PHEV vóór 1 juli 2023?
De wagen én alle eraan verbonden kosten blijven fiscaal aftrekbaar zoals voorheen, tussen de 95 en 100%, afhankelijk van de gekende formule: 120% – (0,5% x CO₂-uitstoot x correctiefactor 1 bij diesel of 0,95 bij benzine).
- Indien de bestellingen plaatsvond tussen 1 januari en 30 juni 2023, ligt de aftrekbaarheid van het voertuig en de elektriciteit tussen 95 en 100%, afhankelijk van het resultaat van de formule. Brandstof is voor 50% aftrekbaar.
- Indien de bestellingen plaatsvond tussen 1 juli 2023 en 31 december 2024, blijven de aftrekbaarheidsregels identiek tot eind 2024. Vanaf 2025 geldt: 75% aftrekbaarheid voor wagen en elektriciteit, 50% voor fossiele brandstof.
2. U bestelde of bestelt een “echte” PHEV tussen 1 juli 2023 en 31 december 2025?
In 2024 waren de wagen en de oplaadkosten nog aftrekbaar aan 95 à 100%, terwijl brandstof beperkt bleef tot 50%.Vanaf 2025 zakt de aftrekbaarheid van de wagen en elektriciteit naar 75%. Opmerkelijk: vanaf 2026 stijgt ze opnieuw naar 95 à 100%.
Brandstof blijft nog tot eind 2027 voor maximaal 50% aftrekbaar, daarna is het definitief gedaan: vanaf 2028 is er geen fiscale aftrek meer mogelijk voor fossiele brandstof.
De elektriciteitskosten volgen telkens dezelfde curve als de wagen zelf: 95-100% → 75% → 95-100%.
Let op: een PHEV die niet gehomologeerd is volgens Euro 6e-bis mag vanaf 1 januari 2026 niet langer als nieuwe wagen ingeschreven worden.
3. U bestelt een “echte” PHEV vanaf 1 januari 2026?
Dan spreken we automatisch over een tweedehandswagen, aangezien nieuwe PHEV’s vanaf die datum enkel nog mogen ingeschreven worden als ze voldoen aan de Euro 6e-bis-norm. Blijft de CO₂-uitstoot onder de 50 g/km, dan geniet ook deze tweedehandswagen van het fiscale regime dat geldt voor een Euro 6e-bis-PHEV. (Meer daarover in een volgend hoofdstuk.)
PHEV’s gehomologeerd volgens de Euro 6e-bis norm (nieuwe norm voor PHEV’s)
De Euro 6e-bis norm, die strenger is omdat hij een realistischer beeld geeft van de werkelijke CO2-uitstoot, is op 1 januari 2025 van kracht geworden voor alle nieuwe PHEV’s die op de markt worden gebracht. Op 1 januari 2026 moeten alle nieuwe geregistreerde PHEV’s Euro 6e-bis gecertificeerd zijn.
Onder de vorige normen beschouwden de Belgische autoriteiten een PHEV als een ‘echte’ PHEV als deze niet meer dan 50 gram uitstootte. Aangezien de nieuwe typegoedkeuringsnorm strenger is, wil het wetsontwerp Jambon deze limiet verhogen tot 75 gram CO2/km. Onder de nieuwe Euro 6e-bis norm wordt een PHEV die meer dan 75 gram uitstoot beschouwd als een “valse hybride”
1. U bestelt in 2025 een “echte” PHEV (tot 75 gram) als bedrijfswagen?
Deze zal aftrekbaar zijn aan 75%, net als elektriciteitskosten. Kosten voor fossiele brandstoffen zijn aftrekbaar aan 50%.
2. U bestelt een “echte” PHEV (tot 75 gram) als bedrijfswagen in 2026?
De aftrekbaarheid hangt af van de CO2-uitstoot van de plug-in hybride auto.
- – Als de auto maximaal 50 gram CO2 uitstoot, is deze aftrekbaar tussen 95 en 100%, afhankelijk van het resultaat van een vereenvoudigde formule: 120% – (0,5% x CO2). En dat is totdat de auto van eigenaar verandert. Elektriciteit blijft 100% aftrekbaar gedurende de hele eigendomsperiode. Brandstof daarentegen zal 50% aftrekbaar zijn in 2026 en 2027, voordat deze aftrekpost terugvalt naar nul voor de rest van de eigendomsperiode.
- Als de auto tussen de 51 en 75 gram (inclusief) uitstoot, blijft deze voor 75% aftrekbaar tot de eigendomsoverdracht. Elektriciteit is 100% aftrekbaar gedurende de hele eigendomsperiode. Brandstof zal 50% aftrekbaar zijn in 2026 en 2027, voordat het daalt naar nul voor de rest van de eigendomsperiode.
3. U bestelt in 2027 een “echte” PHEV (tot 75 gram) als bedrijfswagen?
De aftrekbaarheid hangt af van de CO2-uitstoot van de plug-in hybride auto.
- Als de auto maximaal 50 gram uitstoot, is deze voor 95% aftrekbaar. Dit blijft zo tot de auto van eigenaar verandert. Elektriciteit blijft voor 95% aftrekbaar gedurende de hele eigendomsperiode. Brandstof daarentegen wordt 50% aftrekbaar in 2027, voordat deze terugvalt naar nul voor de rest van de eigendomsperiode.
- Als de auto tussen de 51 en 75 gram (maximaal) uitstoot, blijft deze voor 75% aftrekbaar tot de eigendomsoverdracht. Elektriciteit is aftrekbaar tegen 95% gedurende de hele eigendomsperiode. Brandstof zal 50% aftrekbaar zijn in 2027, voordat het daalt naar nul voor de rest van de eigendomsperiode.
4. U bestelt in 2028 een “echte” PHEV (tot 75 gram) als bedrijfswagen?
De aftrekbaarheid hangt af van het niveau van de CO2-uitstoot van de plug-in hybride.
- Als de auto maximaal 50 gram CO2 uitstoot, is deze voor 90% aftrekbaar. En dat is totdat de auto van eigenaar wisselt. Elektriciteit blijft ook voor 90% aftrekbaar gedurende de hele eigendomsperiode. Brandstof daarentegen is niet aftrekbaar.
- Als de auto tussen de 51 en 75 gram uitstoot, blijft deze 65% aftrekbaar tot de eigendomsoverdracht. Elektriciteit is voor 90% aftrekbaar gedurende de hele eigendomsperiode. Brandstof is helemaal niet meer aftrekbaar.
5. U bestelt in 2029 een “echte” PHEV (tot 75 gram als bedrijfswagen ?
De aftrekbaarheid hangt af van het niveau van de CO2-uitstoot van de plug-in hybride.
- Als de auto maximaal 50 gram uitstoot, is deze aftrekbaar tegen 82,5%. Dit geldt totdat de auto van eigenaar verandert. Elektriciteit blijft ook aftrekbaar tegen 82,5% gedurende de hele eigendomsperiode. Brandstof daarentegen is niet aftrekbaar.
- Als de auto tussen de 51 en 75 gram uitstoot, blijft deze aftrekbaar tegen 57,5% tot de wisseling van eigenaar. Elektriciteit wordt afgetrokken tegen 82,5% gedurende de periode dat de auto in het bezit is van dezelfde eigenaar. Brandstof is helemaal niet meer aftrekbaar.
6. U bestelt in 2030 een “echte” PHEV (tot 75 gram) als bedrijfswagen?
Het is afgelopen met de fiscale aftrekbaarheid van plug-in hybrides.
Thermische auto’s (benzine, diesel, CNG, LPG) en zelfopladende hybrides (die niet aan een stopcontact hoeven om op te laden)
1. Heeft u vóór 1 januari 2018 bedrijfswagen met verbrandings- of zelfopladende hybridemotor besteld?
De aftrekbaarheid van de auto en alle gerelateerde kosten, inclusief brandstof, zou tussen 75% en 100% blijven gedurende de gehele levensduur van de auto met dezelfde eigenaar. Nu kiest de regering er echter voor om de aftrekbaarheidsdrempel vanaf 2026 tot 2030 elk jaar met 5% te laten dalen:
- 70 tot 100% in 2026
- 65 tot 100% in 2027
- 60 tot 100% in 2028
- 55 tot 100% in 2029
- 50 tot 100% in 2030
2. Heeft u tussen 1 januari 2018 en 30 juni 2023 een bedrijfswagen met verbrandings- of zelfopladende hybridemotor besteld?
De auto en alle aanverwante kosten zijn aftrekbaar tussen 50% en 100%, afhankelijk van het resultaat van de formule 120% – (0,5% x C02 x coëfficiënt 1 voor diesel of 0,95 voor benzine). Deze aftrekbaarheid daalt tot 40% voor auto’s die minstens 200 gram CO2 uitstoten.
3. Heeft u tussen 1 juli 2023 en 31 december juni 2025 een bedrijfswagen met verbrandings- of zelfopladende hybridemotor besteld?
De auto en alle gerelateerde kosten zijn aftrekbaar tussen 0 en 100% in 2024, afhankelijk van het resultaat van de formule 120% – (0,5% x C02 x coëfficiënt 1 voor diesel of 0,95 voor benzine), tussen 0 en 75% in 2025, tussen 0 en 50% in 2026 en tussen 0 en 25% in 2026. Vanaf 2027 zijn deze auto’s niet langer aftrekbaar.
4. U gaat in 2026 of later een bedrijfswagen met verbrandings- of zelfopladende hybridemotor bestellen?
Auto’s met verbrandingsmotoren en zelfopladende hybride auto’s verliezen vanaf dit moment hun gunstige fiscale behandeling.
Elektrische auto’s of auto’s op waterstof (nulemissie)
Als de wagen wordt besteld in 2026, bedraagt de aftrekbaarheid 100%.
Als de wagen wordt besteld in 2027, bedraagt de aftrekbaarheid 95%.
Als de wagen in 2028 wordt besteld, is deze voor 90% aftrekbaar.
Als de wagen wordt besteld in 2029, is deze aftrekbaar tegen 82,5%.
Als de wagen wordt besteld in 2030, is deze aftrekbaar tegen 75%.
Als de wagen in 2029 wordt besteld, is deze 67,5% aftrekbaar.
Bronnen:
https://www.practicali.be/blog/fiscale-spelregels-plug-in-hybrides-herschreven-in-paasakkoord
Taks op beursverrichtingen
Taks op Beursverrichtingen (TOB) bij aankoop van ETF’s via buitenlandse rekeningen
De Taks op Beursverrichtingen (TOB), ook wel beurstaks genoemd, is een belasting die wordt geheven op bepaalde financiële transacties, waaronder de aan- en verkoop van effecten zoals Exchange-Traded Funds (ETF’s). Belgische rijksinwoners die via buitenlandse rekeningen ETF’s aankopen, zijn onderworpen aan specifieke verplichtingen met betrekking tot deze taks. Meer informatie over de algemene werking van de TOB vind je op de officiële website van de FOD Financiën: TOB overzicht.
Wat moet je doen als Belgische rijksinwoner?
Als je als Belgische rijksinwoner effecten zoals ETF’s koopt of verkoopt via een buitenlandse broker, moet je zelf de aangifte en betaling van de TOB doen, tenzij de broker dit al regelt en doorstort aan de fiscus. Met andere woorden, je moet zelf initiatief nemen.
Aangifte en betaling
Aangifte indienen
De aangifte van de TOB moet uiterlijk op de laatste werkdag van de tweede maand volgend op de maand waarin de transactie plaatsvond, worden ingediend. Bijvoorbeeld, voor een transactie in juli moet de aangifte uiterlijk eind september worden ingediend. Het aangifteformulier is beschikbaar op de website van de FOD Financiën: hier
Betaling verrichten
De betaling van de verschuldigde TOB dient te gebeuren binnen dezelfde termijn als de aangifte. Dit is dus belangrijk om boetes te vermijden.
Let op: Het niet naleven van deze verplichtingen kan leiden tot aanzienlijke boetes en nalatigheidsinteresten. Bijvoorbeeld, een laattijdige aangifte kan resulteren in een boete van €50 per week met een maximum van €2.600.
Tariefstructuur van de TOB
De tarieven van de TOB variëren afhankelijk van het type effect en de aard van de transactie. Hierdoor is het belangrijk goed te weten wat van toepassing is:
- Aandelen: 0,35% bij zowel aankoop als verkoop.
- Obligaties: 0,12% bij zowel aankoop als verkoop.
- Kapitalisatie-aandelen van Beveks (beleggingsfondsen die dividenden herinvesteren): 1,32% bij verkoop; geen TOB bij aankoop.
- ETF’s:
- Distributie-ETF’s (die dividenden uitkeren): 0,35% bij aankoop en verkoop.
- Kapitalisatie-ETF’s (die herinvesteren): 1,32% bij verkoop; geen TOB bij aankoop.
Deze tarieven zijn bovendien onderhevig aan maximale plafonds per transactie:
- €1.600 voor aandelen en ETF’s aan 0,35%
- €1.300 voor kapitalisatie-ETF’s en beveks aan 1,32%
- €1.000 voor obligaties aan 0,12%
Automatisering en Hulpmiddelen
Gelukkig zijn er hulpmiddelen die het makkelijker maken. Voor beleggers die via buitenlandse brokers handelen en zelf verantwoordelijk zijn voor de aangifte en betaling van de TOB, bestaan er webapplicaties die het proces vereenvoudigen. Ze berekenen automatisch de verschuldigde TOB en genereren het benodigde formulier.
Een concreet voorbeeld is TOBCalc, een webapplicatie waarmee gebruikers hun transacties (zoals van Interactive Brokers of Trading 212) kunnen uploaden. Vervolgens berekent de tool automatisch de TOB en maakt een ingevuld aangifteformulier. TOBCalc is bovendien open-source, werkt lokaal en bewaart geen gegevens online.
Interne bronnen en verdieping
Voor meer informatie over fiscale verplichtingen en aangifteprocedures, raadpleeg ook:
Conclusie
Kortom, Belgische rijksinwoners die via buitenlandse rekeningen ETF’s of andere effecten aankopen, moeten goed geïnformeerd zijn over hun verplichtingen rond de Taks op Beursverrichtingen. Ga dus altijd na of je broker de TOB automatisch inhoudt. Zo niet, dan moet jij zelf zorgen voor een correcte en tijdige aangifte. Anders riskeer je fikse boetes.
Dienstencheques niet langer aftrekbaar vanaf 2025 in Vlaanderen
Vanaf 2025 verdwijnen dienstencheques uit de lijst van aftrekbare uitgaven in de personenbelasting.
Momenteel kunt u in Vlaanderen genieten van een belastingvermindering van €2,70 per cheque (20%) op de eerste 198 dienstencheques per persoon.
Woont u samen met uw partner? Dan kan u per persoon dit aantal cheques bestellen en genieten van de belastingvermindering voor beide personen.
Aangezien vanaf 2025 deze belastingvermindering verdwijnt is het aangewezen na te kijken hoeveel cheques u dit jaar nog kan bestellen per persoon.
Vergeet niet om deze cheques te betalen vóór het jaareinde.
Weet dat de cheques wel dienen te worden gebruikt binnen het jaar.
Buitencontractuele aansprakelijkheid vanaf 2025
Op 1 februari 2024 keurde de Kamer van Volksvertegenwoordigers het wetsvoorstel goed dat Boek 6 “Buitencontractuele aansprakelijkheid” van het Burgerlijk Wetboek bevat. Dit boek, dat op 1 januari 2025 in werking treedt, schaft de quasi-immuniteit* voor uitvoeringsagenten* af, waardoor zij persoonlijk aansprakelijk kunnen worden gesteld voor fouten tijdens hun werk. Voor lopende contracten betekent dit dat bedrijven deze vóór de inwerkingtreding moeten herzien om te voldoen aan de nieuwe aansprakelijkheidsregels en bescherming te bieden.
- Quasi-immuniteit verwijst naar een juridische bescherming waarbij werknemers of bestuurders van een onderneming niet persoonlijk aansprakelijk kunnen worden gesteld voor fouten die zij maken tijdens de uitvoering van hun taken. Traditioneel viel de aansprakelijkheid in zulke gevallen op de onderneming zelf, en niet op de individuen die de fout begingen. Dit systeem bood een zekere bescherming voor uitvoeringsagenten, maar onder de nieuwe wetgeving vanaf 2025 wordt deze quasi-immuniteit afgeschaft, waardoor persoonlijke aansprakelijkheid mogelijk wordt.
- Uitvoeringsagenten zijn personen die onder het gezag of in opdracht van een onderneming handelen en de taken van de onderneming uitvoeren. Dit kunnen zijn:
-
- Werknemers: Personen die in loondienst staan van een onderneming en taken uitvoeren in het kader van hun job.
- Bestuurders: Personen die verantwoordelijk zijn voor het beleid en de strategische beslissingen van een vennootschap.
- Andere opdrachthouders: Dit kan iedereen zijn die een taak vervult in naam van de onderneming (bvb freelancers of onderaannemers)
Te nemen acties => aanpassing van de Algemene Voorwaarden of duidelijke clausules vermelden in uw contracten
- Uw algemene voorwaarden aanvullen met de clausule:
“De uitvoeringsagent van de dienstverlener is voor geen enkele fout en/of opzet en voor geen enkele schade aansprakelijk ten aanzien van de cliënt.” - Uw contractuele aansprakelijkheid via contract of algemene voorwaarden beperken. U kunt zich altijd tot een bedrijfsjurist hiervoor richten.
- Reeds lopende contracten dienen te worden aangepast middels een amendement EN goedkeuring van nieuwe algemene voorwaarden door de klant. Voor lopende contracten is een gewone wijziging van uw algemene voorwaarden niet voldoende; u moet deze specifiek kenbaar maken aan uw klanten die hiermee dienen in te stemmen.
Voorbeeld
Een winkelier sluit een aannemingsovereenkomst met het bedrijf van een schrijnwerker om zijn winkel her in te richten. De schrijnwerker schakelt hiervoor 2 van zijn werknemers in (= uitvoeringsagenten), maar die maken er een zootje van. De winkelier kan in deze situatie met de huidige wetgeving enkel een schadevergoeding op ‘contractuele’ basis vorderen bij het bedrijf van de schrijnwerker. Een ‘buitencontractuele’ vordering tegen het het bedrijf van de schrijnwerker is uitgesloten, omdat de winkelier verbonden is door een contract met het bedrijf van de schrijnwerker.
Vanaf 2025 heeft de winkelier in dit voorbeeld de mogelijkheid om een buitencontractuele vordering te starten tegen de werknemers die de schade effectief hebben veroorzaakt (al dan niet gecombineerd met een vordering tegen het bedrijf van de schrijnwerker). De werknemers van het bedrijf van de schijnwerker lopen bijgevolg het risico om een schadevergoeding te moeten betalen.
Mocht u dus alleen handelen in uw eigen vennootschap als bestuurder van een onderneming kunt u met andere woorden vanaf 2025 zelf ook buitencontractueel aansprakelijk worden gesteld. Je bent als bestuurder niet langer beschermd in jouw eigen besloten/naamloze vennootschap.
E-facturatie wordt verplicht vanaf 2026: Wat betekent dit voor u als ondernemer?
E-facturatie wordt verplicht vanaf 2026: Wat betekent dit voor jou als ondernemer?
Vanaf 1 januari 2026 zal elke ondernemer in België verplicht worden om facturen elektronisch op te maken en te versturen via het PEPPOL-netwerk. Dit is een beslissing die voortvloeit uit Europese regelgeving. Maar wat houdt dat precies in, en wat moet jij als ondernemer doen om klaar te zijn? We leggen het hieronder stap voor stap uit.
Wat is e-facturatie?
E-facturatie betekent dat je geen papieren of PDF-facturen meer mag sturen, maar facturen in een standaard elektronisch formaat, genaamd UBL (Universal Business Language). Deze facturen worden dan verstuurd via PEPPOL, een beveiligd netwerk voor elektronische documentuitwisseling.
Wat is PEPPOL?
PEPPOL staat voor ‘Pan-European Public Procurement OnLine’. Het is een soort digitale snelweg waarlangs facturen en andere documenten veilig kunnen worden uitgewisseld tussen bedrijven en overheden. Als ondernemer hoef je je niet bezig te houden met de technische kant van PEPPOL; je boekhoudsoftware of facturatieprogramma zal dit voor jou doen.
Waarom wordt dit verplicht?
De verplichting komt er om het facturatieproces te vereenvoudigen en te automatiseren. Door het gebruik van een gestandaardiseerd formaat zoals UBL, kunnen facturen direct ingelezen worden in boekhoudsystemen. Dit bespaart tijd en vermindert de kans op fouten. Bovendien zorgt PEPPOL ervoor dat facturen veilig en snel hun bestemming bereiken, zonder gedoe met e-mails of papieren documenten.
Wat moet jij doen als ondernemer?
- Controleer je boekhoudsoftware: Zorg ervoor dat je boekhoudprogramma UBL-facturen kan aanmaken en versturen via PEPPOL. De meeste moderne softwarepakketten ondersteunen dit al, maar het is belangrijk om dit te controleren bij je leverancier.
- Gebruik een digitaal platform zoals Billit (https://www.billit.eu/): Als je nog geen facturatiesoftware gebruikt dat gelinkt is met PEPPOL, is het belangrijk om over te stappen op een digitaal platform dat voldoet aan de nieuwe eisen. Ons kantoor heeft reeds enkele jaren ervaring met Billit en we adviseren dan ook aan onze klanten om deze tool te gebruiken. Billit ondersteunt UBL-facturatie en werkt naadloos samen met PEPPOL. Dit helpt je niet alleen om aan de wettelijke verplichtingen te voldoen, maar maakt ook je facturatieproces efficiënter.
- Wees op tijd voorbereid: Hoewel de verplichting pas ingaat vanaf 1 januari 2026, is het verstandig om nu al de nodige stappen te zetten. Zo voorkom je stress en kun je de overgang geleidelijk invoeren.
Wij adviseren aan onze klanten om de overstap te doen vanaf 01/01/2025. Zo is iedereen goed ingewerkt tegen de verplichte startdatum.
Wat zijn de voordelen voor jou?
- Minder administratie: Geen gedoe meer met papieren facturen en manuele invoer in boekhoudsystemen.
- Snellere betalingen: Elektronische facturen komen sneller aan en zijn gemakkelijker te verwerken door klanten. Betalingen naar leveranciers kunnen ook rechtstreeks vanuit het platform worden uitgevoerd.
- Minder fouten: UBL-facturen zijn gestandaardiseerd, wat betekent dat er minder kans is op fouten in de gegevens.
Kortom, hoewel het misschien een verandering lijkt, brengt de nieuwe verplichting heel wat voordelen met zich mee voor de ondernemer. Door nu al stappen te ondernemen, maak je je klaar voor een toekomst waarin facturatie sneller, eenvoudiger en efficiënter zal verlopen. En met een betrouwbaar platform zoals Billit aan je zijde, hoef je je geen zorgen te maken over deze overgang.
Weet ook dat alle kosten met betrekking tot deze digitalisatie momenteel 120% aftrekbaar zijn!
Verplichte elektronische facturatie tussen ondernemingen vanaf 01/01/2026
Vanaf 01/01/2026 dient elke onderneming (eenmanszaak en vennootschap) zijn factuur elektronisch/digitaal op te maken wanneer deze factureert aan een andere eenmanszaak of vennootschap.
Een elektronische of digitale factuur is GEEN Word of Excel document dat werd omgezet in een PDF.
De elektronische of digitale factuur dient opgemaakt te worden volgens een universele structuur, genaamd de Universal Business Language (UBL). Die opbouw zorgt ervoor dat softewarepaketten wereldwijd deze factuur kunnen inlezen.
De elektronische of digitale facturen zullen tussen ondernemingen verstuurd worden op het Europese PEPPOL-netwerk. Dit netwerk kan men aanzien als de digitale snelweg van de elektronische facturen waar iedere onderneming deel van uit maakt.
Als onderneming dient u dus een softwareleverancier te contacteren die deze facturen kan maken en die aangesloten is op het PEPPOL netwerk. BillIT is een softwareleverancier die reeds deze type facturen kan opmaken. Uiteraard zijn er nog andere leveranciers op de markt die reeds met deze technologie werken.
Bron: Minister Van Peteghem
Nieuw criterium voor tijdstip aangifte personenbelasting
Vanaf dit jaar worden de indieningstermijnen voor de aangifte personenbelasting gebaseerd op een nieuw criterium i.e. de aard van de inkomsten en de complexiteit van de aangifte.
Er wordt voortaan GEEN rekening meer gehouden met het feit of de aangifte al dan niet door een mandataris (lees uw boekhouder/accountant) wordt ingediend.
Een langere aangiftetermijn wordt toegekend voor de aangifte als ze één of meerdere van volgende inkomsten bevat en daardoor als complex wordt beschouwd:
- winsten en/of baten
- bezoldigingen bedrijfsleiders
- bezoldigingen aan meewerkende echtgenoten (wettelijk samenwonenden)
- buitenlandse beroepsinkomsten
Samengevat: alle niet-zelfstandigen dienen voortaan uiterlijk tegen 30 juni 2023 hun papieren aangifte in te dienen ofwel uiterlijk tegen 15 juli 2023 via MyMinfin.
Dient u complexe inkomsten op te nemen in uw aangifte personenbelasting, dan heeft u tijd tot 18 oktober 2023 om uw aangifte personenbelasting in te dienen.
Bron: https://financien.belgium.be/nl/Actueel/indieningstermijnen-aangiften-pb-2023
Aftrekbaarheid van brandstofkosten voor hybride bedrijfswagens daalt naar 50% voor nieuw aangekochte wagens vanaf 01/01/2023
OPGELET:
Verbouwingswerken: attest 6% niet langer verplicht
Om het verlaagd tarief van 6% te kunnen toepassen bij renovatie- en verbouwingswerken aan een privéwoning dient de aannemer steeds een attest te laten tekenen door zijn klant. De klant verklaart op dit attest dat de woning hoofdzakelijk voor privé-bewoning is en ouder dan 10 jaar.
Door de wet van 27 december 2021 is dit attest niet langer verplicht op voorwaarde dat de aannemer volgende vermelding maakt op zijn factuur:
Btw-tarief: Bij gebrek aan schriftelijke betwisting binnen een termijn van één maand vanaf de ontvangst van de factuur, wordt de klant geacht te erkennen dat:
(1) de werken verricht aan een woning waarvan de eerste ingebruikneming heeft plaatsgevonden in een kalenderjaar dat minstens tien/vijftien jaar voorafgaat aan de datum van de eerste factuur met betrekking tot die werken,
(2) de woning, na uitvoering van die werken, uitsluitend of hoofdzakelijk als privéwoning wordt gebruikt en
(3) de werken worden verstrekt en gefactureerd aan een eindverbruiker.
Wanneer minstens één van de hierboven vermelde voorwaarden niet is voldaan dient de aannemer het normale btw-tarief van 21% toe te passen.
Indien de klant de factuur binnen een termijn van één maand de factuur niet betwist wordt de aannemer ontslagen van de aansprakelijkheid voor de toepassing van het verlaagd tarief van 6%.
Aannemers mogen evenwel nog steeds verder gebruik maken van de attesten tot 30 juni 2022.
Deze regelgeving staat los van de tijdelijke BTW verlaging op afbraak- en heropbouw werkzaamheden (welke van toepassing is tot en met 31.12.2022).
Belastingvermindering op laadpaal voor zelfstandige, vennootschap en particulier
Een belastingvermindering op laadpaal zowel voor zelfstandige, vennootschap en particulier want vanaf 2026 moeten bedrijfswagens elektrisch zijn om van 100% aftrekbaarheid te kunnen blijven genieten. Voor wagens op fossiele brandstoffen is een traject voorzien waarbij de aftrek vanaf juli 2023 tot 2028 jaar na jaar vermindert. Bestaande contracten worden niet gewijzigd.
Om deze overgang zo goed als mogelijk te laten lopen steunt de overheid de installatie van een laadpaal bij uw bedrijf of bij u als particulier.
Zelfstandigen en vennootschappen
Voor zelfstandigen en vennootschappen is momenteel een laadpunt 100% aftrekbaar. Vanaf 1 september 2021 wordt de aftrek verhoogd naar 200% en dit tot en met 31 december 2022. Tussen 1 januari 2023 en 31 augustus 2024 daal de aftrekbaarheid naar 150%.
Voorwaarden:
- minstens een deel van de dag vrij toegankelijk zijn voor derden;
- voorzien zijn van intelligente software (de laattijd en laadvermogen moet kunnen worden gestuurd door een energiebeheerssysteem)
De gedane investering kan worden afgeschreven ten belope van 200% als de investering gebeurt in de periode van 1 september 2021 tot 31 december 2022; en ten belope van 150% als de investering gebeurt in de periode van 1 januari 2023 tot 31 augustus 2024.
Particulieren
Particulieren kunnen rekenen op een belastingvermindering van 45% met een maximum van 1.500 EUR per laadpaal voor een installatie tussen 1 september 2021 tot en met 31 december 2022. Vanaf 2023 wordt het voordeel afgebouwd naar 30% en vervolgens naar 15% vanaf 2024. Zowel huurders als eigenaars hebben recht op de belastingvermindering.
Voorwaarden:
- in nieuwe staat worden verkregen;
- het gaat om levering met plaatsing (een door de particulier aangekocht en zelf geplaatst laadstation komt niet in aanmerking);
- de plaatsing moet gebeuren in de woning van de belastingplichtige (zijn woning op 1 januari van het aanslagjaar);
- de belastingplichtige kan slechts 1x aanspraak maken op de vermindering;
- het laadstation moet werken op groene stroom (zonnepanelen zijn niet nodig, een contract voor 100% groene stroom met de elektriciteitsmaatschappij is ook goed);
- voorzien zijn van intelligente software (digitaal aansluitbaar op een beheerssysteem dat laattijd en laadvermogen kan sturen);
- gekeurd zijn door een erkend keuringsmechanisme.
Voor verdere informatie kunt u steeds met ons contact opnemen.
Recente reacties